Vast contract is schijnzekerheid
De Telegraaf- 14 april 2017 – door Ertan Basekin en Martijn Klerks
Van der Burg is, net als haar vroegere politiek leider Mark Rutte, wars van pessimisme. Het debat over de arbeidsmarkt en de flexibilisering moet positiever gevoerd worden, zegt ze meermalen tijdens het interview. „Laten we nou niet hele groepen afschrijven vanwege hun leeftijd of omdat ze zogezegd geen ’echte baan’ hebben.”
De kersverse voorzitter van de NBBU, met 1100 leden, vooral mkb’ers, neemt in het flexibiliseringsdebat een opvallende positie in. In Den Haag onderhandelen VVD, CDA, D66 en GroenLinks over een coalitie-akkoord. De polder zal met argusogen kijken naar de afspraken over de arbeidsmarkt die daarin worden gemaakt. En uitgerekend Van der Burg was de afgelopen 10,5 jaar Kamerlid voor de VVD.
Wat vindt u van die vast-flexdiscussie?
„We doen er werknemers en werkgevers enorm tekort mee. Alsof flexwerkers geen echt werk doen? Voor veel mensen is de uitzendbaan een opstap om zich voor een langere periode op de arbeidsmarkt te begeven. Het heeft dus geen zin om de hakken in het zand te zetten. Waarom zou je je er hard voor maken dat een accountant of bankier een vast contract heeft, als straks de hele baan verdwijnt? Een vaste baan is heus zo vast niet meer. Sterker nog, een vast contract biedt schijnzekerheid: over tien jaar bestaat ongeveer de helft van de huidige banen niet eens meer.”
Wat vindt u dan van de manier waarop de vakbond het debat over flexwerk voert?
„Er zijn enorme ontwikkelingen gaande op de arbeidsmarkt, dat zien we allemaal. Maar de vakbond zegt maar dat de enige echte baan een vaste baan is. Ondertussen heeft het bedrijfsleven, meer nodig – namelijk flexibiliteit. En vergis je niet: er zijn ook veel wérkenden die bewust voor een andere arbeidsverhouding kiezen. Denk aan mensen die ’s zomers recreatiewerk doen, en in de winter in de ski-oorden te vinden zijn. Daar is weinig aandacht voor. De insteek van het debat zou moeten zijn: wat gebeurt er echt op de arbeidsmarkt? Je ziet ook veel goede dingen, dóór flexibilisering.”
Flexibilisering heeft volgens u dus vooral een imagoprobleem.
„Deels wel. We spreken over óf vast, óf flex, óf zzp. Voor beleid is het handig om etiketten te plakken, maar dan mis je wat er werkelijk gebeurt.”
En dat andere deel?
„Dat is de snelheid waarmee dingen in de samenleving veranderen. Bedrijven moeten inspringen op technologische veranderingen, de werkgelegenheid voor bankiers en accountants gaat de komende jaren rap omlaag. Hoe gaan we ervoor zorgen dat die mensen op een andere plek in de samenleving happy zijn, en nuttig kunnen zijn? We weten dat op niet al te lange termijn de helft van de banen verdwijnt. Daarover heb ik heel weinig teruggelezen in de verkiezingsprogramma’s.”
De uitzendbranche wordt vaak in een negatief daglicht gesteld in discussies over mogelijk doorgeslagen flexibilisering op de arbeidsmarkt. Hoe kijkt de NBBU daar tegen aan?
„Dat is jammer, want de uitzendbranche draagt juist in positieve zin bij aan de arbeidsmarkt. Onze branche heeft een opstapfunctie. Een op de drie uitkeringsgerechtigden die het werk hervat, doet dat via een uitzendbureau. Van de uitzendkrachten stroomt bovendien 47% door naar een tijdelijk of vast dienstverband. Voor ondernemers biedt onze branche een goede oplossing. Veel bedrijven werken met seizoen- of andere piekmomenten. Zij hebben behoefte aan flexibiliteit. Als branchevereniging werken we hard aan het verbeteren van de kwaliteit van flexwerk, bijvoorbeeld via ons project Duurzame Inzetbaarheid. Daarmee faciliteren we onze leden in het binden en boeien van flexkrachten, door het stimuleren van opleidingen en het bieden van carrièreperspectief. Uitzenders hebben er namelijk alle baat bij hun uitzendkrachten aan werk te helpen en te houden. Daar varen ze zelf wel bij.”
De meeste mensen zeggen toch liever een vast dan een flexibel contract te willen. Puur vanwege de zekerheid. Dat is een flexibel contract vaak niet.
„Natuurlijk, mensen hebben altijd een stukje zekerheid nodig, daar zijn we ons ook van bewust. Hoe kunnen we mensen met een flexibel contract ook een stukje zekerheid bieden? Uitzendkrachten kunnen vanaf nu bijvoorbeeld makkelijker een hypotheek krijgen. Meer dan twintig leden van de NBBU hebben zich aangesloten bij een project dat dit mogelijk maakt. Via een arbeidsmarktscan krijgen uitzendkrachten een document over hun arbeidsmarktpositie dat ze kunnen gebruiken bij de financiering van hun huis.”
De afgelopen vier jaar heeft de politiek veel aan de arbeidsmarkt willen doen, met banenplannen, de Wet Werk en Zekerheid en de Wet DBA. Dit jaar is werk opnieuw hét issue op de formatietafel. Wat moet er gebeuren?
„Het is in ieder geval duidelijk dat de arbeidsmarkt hervormd moet worden. Er zullen fundamentele veranderingen plaatsvinden. Dat geldt dus ook voor de WWZ en de Wet DBA. Beide wetten hebben niet gebracht waarvoor ze bedoeld zijn. Vanuit onze achterban hoor ik bijvoorbeeld dat bemiddelaars merken dat opdrachtgevers liever niet in zee gaan met zzp’ers.”
Op de arbeidsmarkt zijn er ook kwetsbare groepen, zoals laagopgeleiden en werkloze 55-plussers. Wat moet er gebeuren om deze mensen aan het werk te krijgen?
„We moeten deze mensen veel beter gaan begeleiden, zodat ze zich weer richting de arbeidsmarkt zullen begeven. Neem bijvoorbeeld de werkloze 55-plussers die nu in de bijstand zitten. Wij hebben leden die deze mensen op weg kunnen helpen. We hebben daarover al afspraken gemaakt met het UWV en bepaalde gemeenten, maar we kunnen nog een flinke slag slaan.”
Hoe komen werknemers de komende jaren door?
„Het wordt cruciaal dat mensen al tíjdens hun baan gaan nadenken over de toekomst, en alert zijn over hun toekomst. En daarin moeten ze investeren. Daar moet je voor openstaan.”
Dit interview verscheen vrijdag 14 april 2017 in de Financiële Telegraaf. http://www.telegraaf.nl/dft/27995414/___Vast_contract_is_schijnzekerheid___.html?reason=authentication_failed&apw-origin=http%3A%2F%2Fwww.telegraaf.nl%2Fdft%2F27995414%2F___Vast_contract_is_schijnzekerheid___.html
Add Comment